Arutha rolde zijn ogen toen ze moest lachen en legde zijn koude handen tegen zijn wangen aan, zodat de roodheid weg zou trekken. 'Ik ben blij dat je het éindelijk erkent,' mompelde hij en sloeg zijn armen over elkaar heen. Ondanks dat Alistair veel van regeren en Tarth afwist, was hij niet altijd de meest competente persoon om vergaderingen te leiden. Of vertegenwoordigen. Met een verraste blik keek hij haar aan. 'Natuurlijk heb ik daar zin in! Maar, alsjeblieft Adelaide, trek iets minder opzienbarends aan. Ik wil niet dat de hele stad leegstroomt om ons te zien.'