Eugenides hielp Ioan met het opruimen en stopte de kaarten in de koker die er eerder uitzag als een pijlenkoker dan één waarin kaarten voor een aanval in gestopt waren. 'Dat is een goed idee. Ze schijnen hier voortreffelijke drank te hebben. Iets heel anders dan wijn, eindelijk.' Eugenides dronk niets anders dan zomerwijn, brandewijn en wat nog meer sinds hij zich als invloedrijke handelaar had voor gedaan. Hij vond het verschrikkelijk vies, maar het hoorde nou eenmaal.